dec 08

Geen berouw na de zonde ernstig verwijtbaar

Sinds de wetswijziging WWZ is de vraag wanneer een gedraging van een werknemer enkel verwijtbaar is, of als ernstig verwijtbaar is aan te merken. Dat onderscheid maakt nogal uit. Immers, ingeval van een ernstig verwijt is de werkgever géén transitievergoeding verschuldigd. Bij verwijtbaar handelen van de werknemer is dat wel het geval. Bij een ernstig verwijtbare gedraging kan de arbeidsovereenkomst ook zonder opzegtermijn door de rechter worden ontbonden.

Onlangs bepaalde het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dat het zonder toestemming van de werkgever meenemen van een Nijntje speelhuis een ernstig verwijtbare gedraging is. De gedraging is door gerechtshof gekwalificeerd als verduistering in dienstbetrekking waardoor de werknemer het vertrouwen van de werkgever onwaardig is geworden. De werknemer wordt aangerekend dat zij haar daad niet uit eigen beweging ongedaan heeft gemaakt en aanvankelijk heeft gelogen over de verhuizing van het Nijntje speelhuis naar de woning van de werknemer. Vanwege het ernstig verwijt komt aan de werknemer géén transitievergoeding toe. Het gerechtshof toetst ook nog of er niet toch een uitzondering heeft te gelden. Weliswaar zijn er persoonlijke omstandigheden die in het voordeel pleiten van de werknemer (lang dienstverband, redelijk tot goed functioneren) maar volgens het gerechtshof geeft dit geen aanleiding om een transitievergoeding toe te kennen omdat de weigering daarvan op grond van de redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar wordt geacht (het bekende muizengaatje van art. 7:673 lid 8 BW).

Deze uitspraak leert dat het gerechtshof in een situatie van verduistering in dienstbetrekking hecht aan de opstelling van de werknemer na de gewraakte daad. Mogelijk zou het anders zijn uitgepakt voor de werknemer indien er spijt was betuigd en het speelhuis uit eigen beweging was geretourneerd.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2017:10329

Delen