jun 29

De verstoorde arbeidsverhouding en de billijke vergoeding

Onlangs is met een uitspraak van de kantonrechter Alkmaar nog maar eens gebleken dat een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst kan uitmonden in een voor de werkgever risicovolle exercitie.

De werkgever verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens een verstoorde arbeidsverhouding. Bij de behandeling van de procedure bleek dat de verstoorde arbeidsverhouding verband houdt met beweerd disfunctioneren van de werknemer. Volgens de kantonrechter kan disfunctioneren – als grond voor de ontbinding van een arbeidsovereenkomst – alleen aan de orde zijn als de werknemer hiervan tijdig in kennis is gesteld en voldoende de gelegenheid heeft gehad het functioneren te verbeteren. Daarbij geldt dat de werkgever aan de werknemer serieus en reëel gelegenheid tot verbetering moet hebben geboden.

De kantonrechter toetst vervolgens of aan deze criteria is voldaan en komt tot de conclusie dat zulks niet het geval is. Ook wordt vastgesteld dat door de werkgever geen maatregelen zijn genomen om de inmiddels ontstane verstoring van de arbeidsverhouding te herstellen.

Een en ander wordt de werkgever zwaar aangerekend. Volgens de kantonrechter treft de werkgever het verwijt dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten. Er is op een onjuiste wijze een beëindiging van de arbeidsovereenkomst  wegens disfunctioneren nagestreefd en daarbij heeft de werkgever in ernstige mate zijn verplichtingen geschonden, waarmee de verstoring van de arbeidsverhouding is geforceerd.

Aan de werknemer komt niet alleen een transitievergoeding toe, maar ook een aanzienlijke billijke vergoeding. De uitspraak geeft aan dat een verzoek dat aanvankelijk is gebaseerd op een verstoorde arbeidsverhouding kan leiden tot een toets die geldt voor disfunctioneren, met alle bijbehorende strenge eisen en risico’s van dien.

de uitspraak is te vinden op:

https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNHO:2022:4675

Delen